Clement Caremans (1957) studeerde Germaanse filologie in Antwerpen. Het was de liefde voor het geschreven woord die hem naar het toenmalige Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven (AMVC, nu Letterenhuis) bracht. Hij vervulde er niet alleen zijn burgerdienst, maar ging er daarna vast aan de slag als wetenschappelijk medewerker: hoofd documentatieafdeling, infrastructuur en veiligheid. Hij zorgde er voor een aangepaste permanente presentatie, organiseerde verschillende fototentoonstellingen (onder meer In het licht van de dood, 1994) en hij verzorgde er publicaties als het Herman Teirlinck breviarium (1997).
In 2001 zette hij de stap naar het overkoepelende niveau van de Antwerpse stedelijke musea en was hij ondermeer een tijdlang algemeen coördinator Musea en Erfgoed Antwerpen en actief op de stafdienst met bevoegdheden voor personeel, infrastructuur, veiligheid, en het publicatiebeleid. Hij vormde het museumtoezicht om tot een interne bewakingsdienst conform de Bewakingswet (de “wet Tobback”). Hij coördineerde het samenwerkingsverband Kunstmusea (Rubenshuis – Rubenianum - Museum Mayer van den Bergh) en was voorts onder meer betrokken bij de voorbereiding van het MAS (2011) en het Red Star Line Museum (2013). Maar het was niet al management wat de klok sloeg: tussendoor schreef hij Musea en Erfgoed Antwerpen. Een kleine geschiedenis (2012).
Museum Vleeshuis
In 2014 werd Clement directeur van Museum Vleeshuis én het Brouwershuis, twee monumenten met een rijke voorgeschiedenis en met complexe restauratiedossiers in het vooruitzicht.
Het restauratiedossier Brouwershuis dat hij mee voorbereidde, werd in 2020 door de Vlaamse Overheid gehonoreerd met een restauratiepremie van bijna 1 miljoen euro. Een jaar eerder bracht hij het Brouwershuis voor het voetlicht in het kader van het Gilbert van Schoonbekejaar.
In Museum Vleeshuis werd onder zijn impuls het museumteam deels vernieuwd, kwamen er nieuwe klemtonen in de presentatie en werd de presentatie ook opgefrist. Het museum zag het aantal bezoekers vervolgens met meer dan 50% toenemen.
Op 15 juli 2021 volgde Timothy De Paepe, die sinds 2016 conservator was in Museum Vleeshuis, Clement Caremans als directeur van het museum op. Het afscheid van Clement is vooral administratief, want het Vleeshuis blijft hem nauw aan het hart liggen. “We blijven graag beroep doen op Clements jarenlange ervaring en schier oneindige kennis”, aldus Timothy De Paepe. “Zo zal Clement onder meer zetelen in de begeleidingscommissie voor de bouw van de Stadsgitaar, is hij co-coördinator van onze nieuwe reeks Vleeshuis Cahiers en trekt hij in het kader van de restauratie onze informele klankbordgroep.”
Clement Caremans: “Museum Vleeshuis was een unieke plek om mijn loopbaan af te sluiten. In de kennis dat het monument, de collectie en het restauratiedossier in goede handen zijn, geef ik het stokje graag door aan de volgende generatie. En zowel de oud-collega’s als de vaste bezoekers zullen me nog regelmatig ontmoeten, op de concerten of snuisterend door de museumzalen.”
